Wir schaffen das!
Op 31 augustus 2015 sprak de Duitse Bondskanselier Angela Merkel deze woorden op ‘t hoogtepunt van de Europese vluchtelingencrisis. Haar uitspraak is een soort ‘slagzin’ geworden. Vrij vertaald: ‘Wij kunnen het’ of ‘Wij hebben het onder controle’. Of het nu komt omdat de situatie in Ter Apel ineens heel dichtbij is gekomen of dat we de eerdere kwestie Harskamp en nu dan Albergen verder tot ons moeten laten doordringen, dat ‘schaffen das’ lijkt nu een heel andere betekenis te hebben. Om Ter Apel te ontlasten wordt nu gewerkt aan een tweede aanmeldcentrum in Bant in Flevoland. Overigens stond het daarvoor bedoelde pand enkele dagen terug nog steeds niet op naam van de overheid. “Daar wordt aan gewerkt”, is op dit moment het niet-meer-werkende-toverwoord van de verantwoordelijken. De ‘perspectiefbrief voor de boeren’ van de opgestapte minister Staghouwer scheen vol te staan met dit soort vaagheden.
Undercoverjournalist Jeroen van Bergeijk (van de Volkskrant) gaf een tamelijk verrassende inkijk in het aanmeldcentrum. De humane sfeer binnen ‘t centrum tegenover de ongecontroleerde, agressief aandoende omstandigheden buiten, verwacht je niet. ‘Wir schaffen das’ lijkt na zeven ‘vette’ jaren te kantelen naar ‘wir schaffen das nicht’. Wellicht de aanzet naar de komende zeven ‘magere’ jaren? Immers, de ene na de andere crisis steekt de kop op. De signalen die naar buiten komen, doen je het ergste vermoeden. Vorige week zei Alexander Pechtold dat het woord crisis wel erg te onpas wordt gebruikt. Een situatie kan ernstig zijn maar een crisis is iets dat als het ware onverwacht van buiten komt en waar je dan acuut een eerste oplossing voor moet bedenken en uitvoeren. “Nagenoeg alles dat nu als crisis is bestempeld, hebben we moeten zien aankomen”, aldus Pechtold. CO²-uitstoot, stikstof, mestoverschot, woningtekort, toeslagenaffaire, asielzoekers – de overheid had het kunnen weten. Geheimzinnig blijft de vraag: wist de overheid het wél maar heeft zij bewust niets gedaan? Over de energiecrisis kunnen we coulanter zijn. De onverwachte aanval op de Oekraïne door Rusland kun je een crisis noemen. Ook daarvan afgeleide zaken als energietekorten, bizarre energieprijzen en in het verlengde daar weer van, gigantische inflatie, stijging van kosten van levensonderhoud.
Toch komt het allemaal erg onhandig en bestuurlijk weinig doortastend over. Een minister die in het heetst van de strijd opstapt of daartoe wordt gedwongen, is geen voorbeeld van zelfvertrouwen. Let wel, een kabinet hoort te besturen in gezamenlijkheid. In een politieke discussie op de radio hoorde ik dat het heel moeilijk is om van dit kabinet iemand aan te wijzen die wél écht geschikt is voor zijn of haar ministerie. Eigenlijk kwam alleen Christianne van der Wal van ‘Natuur & Stikstof’ op ‘t lijstje.
Andere landen, zoals Duitsland, pakken sneller door. De te verwachten overheidsmaatregelen in Nederland gaan pas over 3 tot 4 maanden enig soelaas bieden. Weinig concreet allemaal, maar ja het moet wel spannend blijven, die troonrede op 20 september. Over koning Willem-Alexander gesproken, die deed een flinke duit in het “zie ons als koninklijke familie eens meeleven zakje” door zich verrassend te melden in Ter Apel; als bezoeker wel te verstaan. Als het echt onaangekondigd was, zou ik ‘t met zijn lichamelijke conditie (herstellend van ‘n longontsteking) doorschuiven en mij niet mengen onder volstrekt vreemden die mogelijk uitheemse ziekten met zich meedragen. Verder verwacht je dat de koning zich dan in spijkerbroek en overhemd hult en zo anoniem mogelijk reist. De statige AA-BMW, zijn donkerblauwe kostuum en dito beveiligers lieten niet veel heel van het onaangekondigde karakter van z’n bezoek. Je zou wensen dat de koning het besef van Staghouwer had en zou zeggen “Hier ben ik toch niet voor geschikt.” Vrij vertaald “Ich schaffe das nicht.”
Het is de politieke verantwoordelijkheid van de Christenunie om nu met ‘n opvolger uit hun midden te komen. Echter, ook bij de Oranjes zouden we dan zomaar van de regen in de drup kunnen komen.
Nico Ramaer