Wet van de remmende voorsprong
Hoewel Duitsland en Zweden de boventoon voeren bij het toelaten van asielzoekers doet Nederland het lang niet slecht. Omgerekend naar bevolkingsdichtheid staan we min of meer bovenaan. Recent werd bekend dat er rekening mee wordt gehouden dat de officieel voorspelde instroom van 58.000 voor 2016 ruimschoots zal worden overschreden. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft erkend dat wordt uitgegaan van 93.600.
Of die mensen ook allemaal komen is maar de vraag. Want de verhalen en waarschuwingen – in het Arabisch – die via grote Facebookgroepen terechtkomen bij vooral Syriërs, veroorzaken twijfel bij potentiële vluchtelingen die nog in Syrië of ergens tussen hun thuisland en ons deel van Europa verblijven. We hebben het hier over zeker wel 50.000 Facebook leden. Er circuleert, toeval of niet, de brief van staatssecretaris Dijkhoff waarin hij asielzoekers nog maar kort geleden liet weten dat de wachttijden voor asiel kunnen oplopen tot wel achttien maanden. Is dit ontmoedigingsbeleid van het kabinet? Het zou wel eens uiterst effectief kunnen zijn.
Iemand schrijft op die Facebookpagina de beslissing te hebben genomen maar terug te gaan of bij een broer onder te duiken. De noodopvang in de bollenstreek waar hij nu vijf maanden met zijn familie zit, vindt hij slecht. Anderen adviseren hem om dat niet te doen omdat dit de procedure nog langer zou maken. Weer anderen raden aan om te wachten met vluchten uit het Midden-Oosten. Riskeer niks, Europa loopt niet weg.
Bij dit soort laatstgenoemde adviezen kan ook een vorm van eigenbelang meespelen. Hoe meer er naar hier komen, hoe langer de weg naar asiel. En op die manier lijkt de wet van de remmende voorsprong ook hier opgang te doen.
Los van het ontmoedigingsbeleid van de overheid – of is het gewoon voorlichting? – lijken ook de verwachtingen aan vluchtelingenkant veel
te hoog. De procedures zouden hier veel sneller gaan, anderen denken hier zonder veel poespas een lening te kunnen krijgen om de woning een beetje knap te kunnen inrichten; een huis dat ze nog lang niet hebben. Met heimwee wordt – mede aan de hand van foto’s -teruggekeken naar de heerlijke lokale Syrische gerechten. Dat is nog eens heel iets anders dan het Hollandse opvang gaarkeuken eten.
Toen ik afgelopen nazomer de reportage volgde in nrc.next over een groep van ongeveer dertig vluchtelingen die vanuit Syrië naar West-Europa probeerden te reizen, heb ik dat af en toe hoofdschuddend gelezen. De meesten hadden in Syrië goede banen, kregen keurig hun salaris betaald, hadden prima te eten en hadden zowel letterlijk als figuurlijk nog wel ruimte om af en toe te recreëren. Het enige dat hen ‘dwars’ zat was vooral het ontbreken van een gevoel aan vrijheid. Wie netjes in de pas van het regiem bleef lopen, kon redelijk ongestoord doorleven. Zouden onze ouders tijdens de Duitse bezetting tussen ’40 en ’45 iets soortgelijks hebben meegemaakt, vraag ik me dan af.
Hoe dan ook, het blijft zielig en inhumaan dat mensen die daar echt in de barre ellende zitten en worden weggebombardeerd, zoveel moeite hebben om hier bij ons en in de ons omringende landen te worden toegelaten. Hopelijk heeft het verborgen afschrikkingsbeleid weinig grip op juist deze groep en blijven de wat minderbehoeftigen een beetje weg. Zodat er ruimte is voor de echte vluchtelingen.
Nico Ramaer