Welbehagen

Dit zijn de donkere dagen van bezinning. Ondanks mijn protestante achtergrond – waarin zelfs een gereformeerde lagere school een plek kreeg – ben ik onvoldoende thuis in de materie om het Bijbelse evangelie te duiden. Ongeveer een halve eeuw geleden heb ik er afscheid van genomen, maar wat er die eerste dikke twintig jaar is ingestopt, is er nog niet helemaal uit. Wat dat evangelie betreft, 4 evangeliën – in de gebruikelijke volgorde Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes genoemd – strijden om voorrang.

In het engelenlied ‘Ere zij God’ is de strofe “in de mensen een welbehagen” veelbetekenend. Bij de ‘waarom-vraag’ gaat de ene uitleg uit van het welbehagen dat God heeft in de mensen. De andere uitleg vertaalt dat welbehagen in het naar mijn mening nogal voorwaardelijke ‘in mensen van goede wille’.
Op die manier neigt welbehagen bij mij naar onbehagen. Ik laat het lekker over aan al die theologen, voorgangers, dominees, pastors en evangelisten, die deze dagen ongetwijfeld weer ijveren voor hun eigen gelijk. Want nergens lijken er zo weinig onderlinge overeenkomsten in de evangelieduiding van de soms miniem, soms flink van elkaar verschillende 4.000 Nederlandse kerkgemeenten.

Over dat ‘voorwaardelijke’ wil ik het even hebben. De emotie die een doodgereden kind een straat verderop teweeg brengt is groter dan de veertig doden bij een busongeluik in Mongolië. Zo werkt het nu eenmaal en eerlijk is eerlijk, ook bij mij. Maar dat de mate van emotie al wordt voorgebakken door de media, vooral in het nieuws op radio en tv, vind ik stuitend.
Een voorbeeld: “Er is een passagiersvlieguig met 78 inzittenden neergestort in Soedan. Waarschijnlijk heeft niemand de ramp overleefd. Voor zover bekend waren er geen Nederlanders aan boord.”
Met andere woorden ‘niets aan de hand’, u kunt gewoon zonder enige empathie of emotie doorgaan met waar u mee bezig was.
Nóg een voorbeeld: “Bij het bootongeluk op de Hudson rivier zijn mogelijk toch Nederlanders betrokken. De lijst van vermisten is nog niet vrijgegeven. De ambassade in New York hoopt snel meer duidelijkheid te kunnen verschaffen.” Ai, eng zoiets. Dus reserveer vast een beetje emotie.

Mogelijk nog ergerlijker vind ik het onderscheid tussen mannen en vrouwen-en-kinderen in de berichtgeving. Het Hawija bombardement in Irak in 2015 is daar een voorbeeld van. Het officiële bericht luidde dat daarbij “zeventig burgers waren gedood, onder wie 22 vrouwen en 26 kinderen.” Mannen zijn kennelijk de moeite niet waard, althans niet om specifiek te noemen. Zij verdwijnen als het ware anoniem ‘in’ die zeventig burgerdoden. En áls u het toch wilt weten, reken het dan zelf even uit, ja?!
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Gek genoeg is het bij dierenleed een ander verhaal.
De filmpjes op tv over zielige zwerfhonden in Zuid-Europa en afgebeulde ezels in het Midden-Oosten, waarbij ook nadrukkelijk om geldelijke steun wordt gevraagd, maken géén onderscheid. Zielig is zielig.

Het zou zo’n mooi voornemen zijn om dat welbehagen, dat gevoel en die empathie voor anderen, in onvoorwaardelijke vorm toe te passen in ons denken en doen. Ik ga het proberen. Op naar 2020.

Nico Ramaer