Weggooien is zonde
Dat ‘weggooien is zonde’ moet je eigenlijk zien als wees zuinig op wat er al is. Als groot geheel betreft dat de planeet waarop wij wonen.
Maar de betekenis en invulling daarvan op micro-niveau brengen nogal wat rumoer teweeg. Er zijn veel meningsverschillen, niet in de laatste plaats doordat de ideeën veranderen onder invloed van voortschrijdend inzicht.
Zo was het stoken van biomassa enkele jaren geleden hét alternatief tegen vervuiling van de atmosfeer. Echter, vrij recent werd gesteld dat dit alternatief slechter is dan steenkool.
Ook over de opwarmingsmodellen van de aarde zal het laatste woord nog niet zijn gezegd.
De structureel veel te lage grondwaterstand is door overvloedige regenval van de afgelopen tijd weer normaal, terwijl het koudste voorjaar sinds 2013 de stand van de natuur weer heeft teruggebracht naar waar we ons een jaar of tien geleden bevonden.
Nu Shell er door de rechter aan wordt gehouden om het tempo van verminderde CO₂-uitstoot verder op te voeren en beter in de pas te lopen met ‘Parijs’ kan de vlag uit, vinden alle milieu-organisaties. Nu LTO Nederland deze week een plan lanceerde om ook in de veehouderij de uitstoot te verminderen, lijkt het allemaal goed te komen. Zelfs al adviseerde de commissie-Remkes enige tijd terug nog dat ook dáár het tempo nog wel wat omhoog mocht. In hoeverre die vlag feestelijk kan worden uitgestoken, óf ‘halfstok’ gehangen, is een punt van discussie. Want wie de lijn van sterke CO₂-reductie verder doortrekt, kan ook in een onprettig scenario terechtkomen. Ik kom daar zo nog even op terug.
Ik heb geen aandelen, laat staan van Shell. Toch staat deze maatschappij, net als Philips in mijn geheugen gegrift als exponent van Nederlandse trots en aanzien. Rond 1959, ik was toen 12 jaar, werd de Shell Junior Club opgericht. Leuke stickers, kortingsacties en een eigen clubblad Olidin met leuke tekeningen van Fiep Westendorp. Twintig jaar later had je een aardige campagne met Kees Brusse onder de noemer ‘Shell helpt’.
Niet lang daarna begonnen milieugroeperingen venijnige acties tegen oliemaatschappijen en autofabrikanten die als de grote boosdoeners – zowel kapitalist als vervuiler – werden aangemerkt. In de periode 1980-1990 woonde ik in Leusden waar de VW-Audi importeur Pon was gevestigd. Op zeker moment werd er door milieu-activisten voor vele tonnen schade aangericht aan nieuwe auto’s op het afgesloten opslagterrein. Dat zijn visitekaartjes, daar kan je wat mee. Net als nu de aanhangers van milieuclub Extinction Rebellion. Zij blokkeren het verkeer door op straat te gaan liggen en deinzen er niet voor terug om bij hun acties af en toe de wet te overtreden; ‘dat hoort erbij’ vinden zij zelf.
Zuinig zijn op wat er is, betekent voor mij ‘geen eten weggooien’, je huis zo goed mogelijk isoleren (met de zonnepanelen erbij volgende maand ga ik naar een ‘A-label’), zoveel mogelijk met de fiets i.p.v. de auto, netjes op je spullen zijn, afval volgens de regels inzamelen en aanbieden, geen papiertjes, blikjes, flesjes of mondkapjes op straat gooien et cetera.
Daarom heb ik veel moeite met het niet gebruiken van grondstoffen die we a.h.w. ‘gratis’ uit de grond kunnen halen; ‘t gevoel van een gegeven paard enz. Met moderne technieken is dat relatief eenvoudig. Heel wat anders dan de turfstekers die met name in de 19e en begin 20e eeuw via zware seizoensarbeid voor brandstof zorgden. Tot in de 60’er jaren werd er nog reclame gemaakt voor ‘mijnwerker worden’; dat werd aangeprezen als een stoer beroep dat in Nederland als veilig werd gezien én goed verdiende. Ik herinner me nog dat er net na de lagere school – in 1959 – iemand van de staatsmijnen daar in de klas over kwam vertellen; tien jaar later werd de mijnsluitingswet een feit.
Ik zou nog reageren op de vlag feestelijk uitsteken of halfstok hangen. Als de lijn van verminderde CO₂-uitstoot in extremis wordt voortgezet – en dat is de natte droom van alle milieu gekkies – dan drinken we over een aantal jaren geen melk meer, eten we geen vlees meer, kunnen we het toilet niet meer doorspoelen en wordt de stroom meerdere keren per dag afgesloten. Fossiele brandstof wordt zeldzamer én duurder dan ‘n rode Lafite Rothschild. Daarna resten ons slechts kaarsen, toiletpapier is voor de happy few, de computer wordt omgeruild voor een telraam. Je kunt ook té zuinig omgaan met de wereld. Kortom, vlag halfstok.
Nico Ramaer