Wat levert een asielzoeker op?
Wanneer je alle emoties rond asielzoekers weg zou laten, hou je de ratio over. Ik kwam op deze zakelijke gedachte omdat er niet zo lang geleden een groot artikel in nrc.next stond onder de titel “Wat kost een vluchteling?”.
Een wel heel erg rationele benadering waarbij het toeval wilde dat op de achterkant van de pagina waar dit artikel stond, de inmiddels bekende schaamrood advertentie van Volkswagen was
afgedrukt met als kop “Alles behalve trots op onze nieuwste kleur”. Wat voor kleur krijg je dan wel niet als je van de asielproblematiek een rekensom maakt? Maar het zette mij wel aan het denken…..en aan het rekenen.
Kosten voor opvang per asielzoeker – zo leerde het artikel – bedragen per jaar ongeveer € 25.000,-. Dan hebben we het over huisvesting, overhead COA, medische kosten, weekgeld en wat schoolkosten. Voor afhandeling van het asielverzoek, voortgezet onderwijs en ondersteuning door gesubsidieerde vluchtelingenwerkers
komen daar dan nog ongeveer € 19.000,- bij. Kortom, totale kosten € 44.000,- per asielzoeker per jaar. Dus afhankelijk van de noodzaak aan scholing ligt het gemiddelde rond € 34.500,-.
Nog een ‘dingetje’, mocht de asielaanvraag averij oplopen dan komen er nog kosten bij voor een beroepszaak, juridische bijstand, hoger beroep etc. en vertrek- en reiskosten, samen zo´n € 13.000,- . Maar de betreffende asielaanvrager is daarmee – voorlopig – wel van het toneel verdwenen.
Als je dit zo leest, is je eerste gedachte “wat een geld”. Immers, bij 60.000 á 65.000 asielzoekers betekent dat tussen 2 en 2,25 miljard euro per jaar.
Maar hoeveel is dat nu echt?
Omgeslagen over het aantal inwoners in Nederland is het jaarlijks € 125,- per persoon. Oké, dat is geld maar zet dat eens af tegenover andere bedragen!
Er zijn diverse voorbeelden die de kosten voor asiel in een relatief ‘voordelig’ perspectief plaatsen. Neem kanker. Voor de behandeling daarvan wordt in Nederland jaarlijks 5 miljard euro uitgegeven. Dat is omgerekend ongeveer € 300,- per inwoner. Ruwweg eenzelfde bedrag wordt jaarlijks uitgegeven aan ontwikkelingshulp. En wat dacht u van hart- en vaatziekten, van copd-longziekten, diabetesbehandeling of reuma. Ziektekostenverzekeraars zullen het ongetwijfeld ontkennen, maar in mijn werkzame periode voor de farmaceutische industrie in jaren “70” deed een cynische grap de ronde: “De goedkoopste patiënt is een dooie patiënt”.
Al met al denk ik dat de eerder toegezegde lastenverlichting van 5 miljard aan onze neus voorbij gaat.
Wat we bij dit alles niet uit het oog mogen verliezen is het feit dat het werkgelegenheid betekent voor allen die aan dit opvang- en begeleidingsproces meewerken en er dus een bestaan aan overhouden. Naast een aantal ongesubsidieerde – dus ´echte´ – vrijwilligers verdient iedereen zijn salaris ten dele of volledig door het werk dat hij of zij doet in deze sectoren; met hier en daar enkele nuances. Of het nu om kankerbehandelaars gaat of om ontwikkelingswerkers of om de asiel business.
Zoals administratieve krachten, mensen die de asielaanvraag moeten beoordelen, vertalers, tolken, overwerk van rijks- of gemeenteambtenaren, aannemers, bouwers, transporteurs, woninginrichters, klussers. Van timmerman tot stukadoor, van sociaal werker tot psycholoog, van arts tot jurist, van projectleider tot
COA-directie.
Als deze bronnen van werkgelegenheid zouden wegvallen, hebben we er ineens vele tienduizenden werkelozen bij. Mogelijk zelfs aantallen met een nul extra. En niet allemaal de goedkoopste krachten.
En zo houdt het systeem zichzelf in stand: de vakantieparkondernemer, de kledingwinkel, de containerverhuurder, de bakker, de elektronica winkel, de shoarmazaak, het openbaar vervoer en nog veel meer. Al met al blijft er een prangende vraag. Voeg het woordje ‘het’ toe aan de vraag boven aan deze column en deze luidt dan: “Wat levert het de asielzoeker op?”
Tot nu toe heel weinig. Want die zogeheten hoogopgeleide Syriërs zijn moeilijk in te passen. Volgens COA directeur Gerard Bakker is een derde academisch gevormd maar hun diploma’s sluiten zelden aan op het Nederlandse onderwijs. De Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF zet zich in voor studentenbegeleiding.
Albert de Voogd van deze stichting zegt in nrc-next letterlijk: “Hoogopgeleid interpreteer ik bij hen als geschikt voor hoger onderwijs. Veel Syriërs denken dat ze goed Engels spreken en goed communiceren. Op taalaspecten als schrift en begrijpend lezen scoren ze minder.”
Voor de zorg bijvoorbeeld moet je goed kunnen communiceren, dus zo’n studierichting valt dan af.
Nog een sprekend voorbeeld uit nrc-next dat meer inzicht verschaft in hun onderwijskennisniveau. De Nederlandse hulporganisatie Spark die onderwijs in de regio verzorgt, loofde namens de Nederlandse overheid dertig studiebeurzen uit voor Syriërs die door de oorlog niet in eigen land konden studeren. Van de achthonderd aanvragen, kwamen er honderd in aanmerking voor verdere behandeling. Slechts dertien konden door naar het Nederlandse hoger onderwijs. Dat is ruim anderhalf procent! Ruim achtennegentig procent viel af vanwege een onvoldoende taaltest en/of een onvoldoende test voor elementaire wiskunde en analytische vaardigheden.
Volgens het CBS zit 60% van de Syriërs in Nederland in de bijstand. Alleen Somaliërs scoren op dat punt hoger. Het CBS stelt dat het daarbij vooral om voormalige asielzoekers gaat die qua taal en opleiding op grote afstand staan van de arbeidsmarkt.
Maar voor zover het nu gaat en wordt ingeschat rond de ‘nieuwe’ asielzoekers stemt dat mij niet bepaald optimistisch.
Nico Ramaer