Vrije uitloop
De afgelopen tijd was er veel landelijke aandacht voor de hondenbelasting. Weliswaar wordt nu voor algemene afschaffing gepleit maar gemeenten mogen zelf bepalen wat ze doen. Het hangt grotendeels af van hun handhavingsmogelijkheden. Als dát meer kost dan het opbrengt, laat dan maar zitten, schijnt nu de heersende mening te zijn. Mocht dát de reden zijn om maar van wetten en regelgeving af te zien is het hek van de dam.
Wel begreep ik dat de tarieven sterk uiteenlopen. In Den Haag zou je vijf keer zoveel verschuldigd zijn als in Woerden. Trouwens, waarom geen kattenbelasting? Vorige week liepen de gemoederen hoog op bij vóór- en tegenstanders in de Volkskrant. Of tarieven te maken hebben met het gedrag van het hondenbaasje, weet ik niet. Bij mij voor de deur doen diverse vreemde katten hun behoefte in de tuin en 20 meter verderop in het plantsoentje laten vrije uitloophonden regelmatig hun uitwerpselen vallen onder het welwillend toeziend oog van het baasje. Dat hondenbezitters uit een soort rancune – vanwege die belasting – met opzet hondenpoep niet zouden opruimen gaat er bij mij niet in. Het is een kwestie van mentaliteit en opvoeding. Ik zie dat veel uitlaters keurig met een zakje in de weer gaan. In eerste instantie een kleffe, vieze aangelegenheid maar het is ‘n handigheidje, veronderstel ik. In m’n diensttijd, 53 jaar geleden, werd je flink afgeknepen door de ‘oude stompen’. Plee’s en urinoirs met blote handen en nagels schoonmaken hoorde bij de ontgroening. Kortom, ik ben wel wat gewend maar dat ik op visite bij hondeneigenaren mijn ‘oude broek’ aan moet doen vanwege de plukken haar en hondenkwijl stemt mij ongemakkelijk.
Er was afgelopen tijd sowieso veel te doen over het fenomeen ‘hond’. De problemen rond ‘t coronavirus worden primair gekoppeld aan vleermuizen, maar ‘t aanbod van exotisch vlees op Zuid-Chinese markten zoals hond, kikker en civetkat wordt óók gekoppeld aan deze virusproblematiek.
En dan is daar ineens, de truffel-snuffelhond. Nu kennelijk ook in Nederland gespot en gecultiveerd, niet in de laatste plaats om varkens te vervangen. Honden eten de truffels niet op, varkens wel. Een vroegere baas van mij riep over mensen die het met hun principes niet zo nauw namen “die is onbetrouwbaarder dan een varken met honger”.
Over snuffelhonden gesproken, Mechelse herders worden in Florida en Californië onder meer bij de citrusteelt ingezet om te ruiken of een boom besmet is met een schadelijke bacterie of een schimmel.
Nog meer hond.
Wat te denken van een nieuw soort hulphond. Een hond die op school verdrietige kinderen troost en meer saamhorigheid in de klas brengt?!
Dat gebeurt al in plaatsen als Vlaardingen, Hengelo, Hilversum en Zevenaar. In Roermond loopt een proef met een Labrador-pup. In NRC las ik dat een universitair docent van de Universiteit Utrecht, gespecialiseerd in mens-dierrelaties, de inzet van honden in ouderenzorg en onderwijs ziet toenemen.
Een hond kan ook leerzaam zijn, lees ik.
Bij dierverzorging kan ik me daar wat bij voorstellen, maar dat lezen óver een hond of rekenen, mét een hond erbij, leuker is dan zómaar lezen of rekenen komt bij mij wel wat zweverig over.
Ook kantoorhonden krijgen aandacht. Ik heb het zelf ervaren. Dat dateert van drieëndertig jaar geleden. Ik werkte net bij een groot internationaal reclamebureau met een mooi nieuw kantoor in Middelland-Noord in Woerden. Ruim, netjes, nieuwe stoffering, fris en licht. De directeur was vrijgezel én hondenliefhebber. Hij hield ook veel van vrouwen, maar dat terzijde.
Het jonge beestje liet hij natuurlijk niet alleen thuis in ‘n groot chique huis aan de Oude Rijn op Rietveld. Zielig voor een jonge hond en nog veel zieliger voor het mooie interieur in dat huis. Dus neem je zo’n hondje mee naar kantoor.
Nou dat hebben we geweten. Het is bijzonder om dag in dag uit mee te maken hoe ’n pup kan ‘slopen’. Waterbakjes die door de ruimte vliegen, eten dat als een spoor – als ware het kleinduimpje – door het pand is terug te vinden. Een onbeheerde lunchtafel die beroofd wordt en wat te denken van weglopen. Hoewel het toen allemaal nog overzichtelijk en minder druk was op de Polanerbaan.
Overigens een ontzettend leuk beest dat ook de klanten die op bezoek kwamen deed smelten voor deze kleine doerak.
Wat zij niet wisten is dat wij vaak kort voor hun binnenkomst snel de hondendrollen op de beklede trap en de urinelekkage in de ontvangsthal moesten opruimen. En flink toiletverfrisser sprayen om de boel ‘n beetje te neutraliseren. Of het nu om showbusiness gaat of de reclamebranche, “the show must go on”. Kortom, vrije uitloophonden zijn van alle tijden.
Nico Ramaer