Volgende patiënt
“Covid-19 maakt meer kapot dan je lief is”, vrij naar de anti-alcoholcampagne van bijna 35 jaar geleden. Corona of Covid-19, het laatste vind ik wat serieuzer klinken, haalt meer onhebbelijkheden in mensen naar boven dan verwacht. Het minachten van de ernst van dit virus is een laakbare vorm van egoïsme, voordringen bij vaccineren is uitgesproken kwalijk. Het wachten is op een combinatie van beide. Dus dat Willem Engel en Thierry Baudet de ellebogen gebruiken om alsnog vooraan te staan voor een prik.
Frits Abrahams zette afgelopen woensdag in zijn nrc-next column e.e.a. op ‘n rijtje. Het ziet er naar uit dat iedereen voorrang claimt. Dan komt het er op neer dat uiteindelijk niemand voorrang krijgt. Het oude Belgenmopje met de autobus van 15 m breed en 3 m lang – kortom, elke passagier wil voorin zitten. Zo heeft iedereen zijn of haar voorkeur voor een groep, bijvoorbeeld de huisartsen.
Voor zover ik begreep is tamelijk instemmend gereageerd op de voorrang die de huisartsen – en naar ik aanneem hun ondersteunend personeel – krijgen. Ik vind dat huisartsenpraktijken hun toegankelijkheid moeten verbeteren, willen ze deze voorrang echt verdienen. De afgelopen negen maanden hebben zij de deuren zo dicht mogelijk gehouden of dat geprobeerd. Je moet medisch onderlegd zijn en “lullen als Brugman” om tot de dokter te geraken. De poortwachtersfunctie wordt nog meer dan voorheen wel erg letterlijk genomen. Een huisartsassistente in m’n directe omgeving bevestigt dit.
De klachten over de te beperkte mogelijkheden inzake de niet-acute ingrepen en behandelingen door de ziekenhuizen, horen wat mij betreft voor een deel thuis op het bordje van de huisarts. De goede niet ten na gesproken. Anderzijds moet gezegd worden dat het soms ook niet lukt om binnen een al veel langer lopend controletraject bij een specialist aan de beurt te komen. De voorheen voor mij gebruikelijke manier om zelf de afspraakfrequentie (ongeveer één keer per jaar) bij de poli oogheelkunde i.v.m. glaucoom te realiseren, zit er al ‘n tijdje niet in: “u krijgt ‘n oproep meneer, wij bellen u”. Een goede relatie van mij uit Vleuten moet volgens een vaste frequentie voor controle naar het ziekenhuis, zo bleek uit naslag van zijn medisch dossier.
Maar de beloofde oproep bleef uit. Niet geruststellend. Voor mijn vrouw geldt een soortgelijk traject bij de dermatoloog vanwege verdachte gezichtsplekjes, maar de huisartsassistente eiste dat ze – feitelijk overbodig – éérst langs de huisarts moet. De voorrangsprik voor medici is logisch, daarover geen misverstand, maar voortaan graag iets vriendelijker en toegankelijker, alstublieft!?
Tot slot nog dit; ‘t circus rond de eerste ‘corona-injectie’ stuit mij tegen de borst. Afgelopen woensdag en in de aanloop er naartoe heerste er, aangezet door de media, een sfeertje van nationale trots en gemeenschappelijke opwinding. 25 jaar geleden werd voor het eerst een vaccinatieprogramma tegen ‘t griepvirus uitgerold voor 65-plussers. Een virus dat telkens muteert, waardoor in de afgelopen jaren – en ook nu – vooral onder ouderen duizenden doden zijn te betreuren. Van een feestelijk en officieel toegediende ‘griep-injectie’ kan ik me niets herinneren. Laat mij maar gewoon op mijn beurt wachten. En, eerlijk is eerlijk, zelden zal ik een prettiger gevoel gaan krijgen bij de oproep: “Volgende patiënt”
Nico Ramaer