Tweede Kerstdag waren ‘we’ voor ‘het eten’ uitgenodigd bij familie. Dit zijn uiterst gelovige mensen die je kunt plaatsen in de hoek van de evangelisten. Hun wervende instelling naar ons hebben ze gelukkig laten varen. Ze weten al jaren dat onze inzichten op religieus terrein zo ver uit elkaar liggen dat wij niet meer ‘te redden’ zijn. Toch is aan veel dingen te merken dat hun wereld draait om geloof.
Sinds 7 oktober vorig jaar is de wereld in tweeën gesplitst. De verschrikkelijke dreun die Hamas toen aan Israël ‘verkocht’ is nog steeds een gespreksonderwerp. Sterker nog, nu drie maanden later is het onderwerp voor hevige discussie en meningsverschillen. Velen van ons proberen op de één of andere manier vredelievend en neutraal over te komen door te roepen “hoe erg het is voor alle niet-Hamas betrokkenen”. Ik denk dat we achter deze façade wel degelijk stellingnemen.
De gereformeerden, globaal de confessionele partijen als SGP en CU kun je indelen in het pro-Israël kamp en ook de VVD getuigde 8 oktober van deze stellingname waarin voor nuance géén plek is. Wat je er ook van vindt, het is wel duidelijk. Daartegenover is er steun voor de ‘andere kant’ o.a. van politieke duiders die de situatie al veel langer kennen zoals Carolien Roelants; immers, het huidige conflict bestaat al 75 jaar en niet sinds 7 oktober jl.
Zelf ben ik niet zozeer vóór de Palestijnen, maar wel anti-Israël. Dat idee wordt gevoed door het superioriteitsgevoel dat zowel verbaal als non-verbaal door het pro-Israël kamp wordt uitgestraald. Een quote van ‘n gepensioneerde Israëlische generaal in ‘n Volkskrant Magazine-interview – 2 weken terug – lijkt dit te bevestigen: “Ik geloof in vrede. Maar met zulke mensen kun je geen vrede sluiten”.
Ook de hierboven genoemde familie lijkt gespeend van het ‘echt invoelen’ van de situatie. Zij waren al meerdere keren in Israël, o.a. een jaar of tien geleden. Het was de tijd van de bomaanslagen op het Israëlisch OV.
“Ja, er heerste wel ‘n dreigende sfeer, best onprettig”, herinnerde ik me hun ‘verslag’. Vraag je je dan niet af ‘hoe komt dat nou?’ dacht ik, maar nee, dit hoorde ‘gewoon’ bij de situatie van dat moment.
Blijven we nog even bij de familie. Ons nichtje, ook stevig ‘in de heer’, trouwde zesenhalf jaar terug met ‘n leuke man met ‘n Joodse voornaam; hun kinderen hebben nu ook Joodse namen, uiteraard! Het trouwfeest was zeker geslaagd, maar er was één dissonant. De vader van de bruidegom!
Iedereen had zich feestelijk, netjes aangekleed, maar deze man liep provocerend rond in een rare slobbertrui. Om het dissonante extra te benadrukken was het een witte trui met de Israëlische vlag erop. Deze man organiseert al jaren trips naar Israël en ja, hij importeert nu ook Israëlische wijn. Hij woont in Nijkerk, biblebelt stadje bij uitstek, waar ook ‘Christenen voor Israël’ is gevestigd. Over die wijnimport werd ons Tweede Kerstdag enthousiast verteld, én hoe je correct Jerusalem uitspreekt. ‘Goh, zóó’, zei ik. Ik beet daarna wel bijna mijn lippen stuk, maar ach, het was tenslotte Kerstmis. De cabernet sauvignon was zeker de moeite waard, dat dan weer wel.
Tot slot nog het volgende. Ik betrap me erop dat ik steeds alerter word als het gaat om dingen uit Israël. In vergelijking met eind jaren ’60 – toen het Israëlische folkduo Esther & Abi Ofarim hier in Nederland populair was – is de situatie nu wel veranderd. In dezelfde periode zat ik in militaire dienst en de Israëlische Uzi, was voor velen het favoriete wapen, ook wat mij betreft. Maar ja, dat was toen.
De oudejaarsconference van Micha Wertheim heb ik zondagavond uitgezet omdat ik die – en velen met mij, las ik later – nogal saai vond; vooraf was ik al kritisch.
Als ik in de apotheek kom, staat het vol met geneesmiddelen van het merk Teva, uit Tel Aviv. Dan denk ik ‘kan dat niet anders?’, maar ja het alternatief is spul uit India. En eerlijk is eerlijk, we hebben járen Aspirine van Bayer geslikt. Aardige buren hoor die Duitsers, maar daar dachten we tachtig jaar geleden toch anders over. Kijk, we gaan voor kwaliteit, maar je moet er geen raar gevoel bij krijgen. Het is als die wijn uit Jerusalem. Proeven met de lippen op elkaar is geen aanrader.
Nico Ramaer