“No Good”

De gevleugelde uitspraak “Ik heb grote blij” n.a.v. de vrijlating uit Libische gevangenschap van de Palestijns-Bulgaarse arts ‘Ashraf’ uit Woerden roept bij u wellicht nog herinneringen op. We moeten daarvoor terug naar 2007. Ashraf’s moeder was de Nederlandse taal bepaald niet machtig maar deze woorden begreep iedereen. We waren als Woerdenaren allemaal blij voor deze allochtone familie.

Nu, in oktober 2015, schamen we ons plaatsvervangend voor hetgeen er bij de sporthal Snellerpoort gebeurde. Toch moeten we helaas onder ogen zien dat ook opgevangen vluchtelingen her en der niet altijd even subtiel reageren op de geboden hulp.

Stel, uw huis staat in brand, de brandweer komt en heeft het gelukkig snel onder controle. Maar dan blijkt dat ze uw tuin flink hebben platgetrapt. “No good” zouden de vluchtelingen in Heumensoord in Nijmegen klagen. Want: te koud, geen speelgoed voor de kinderen, het eten moet gevarieerder, de privacy schiet tekort. “It’s not freedom here”, meldde een van de protesterende vluchtelingen daar. Je zou denken, ze zijn met de dood op de hielen naar Nederland gevlucht. Dan ben je hier als het ware “uit de brand” maar zo werkt het kennelijk niet bij een deel van de vluchtelingen. “No good”! Zo krijgt Geert Wilders het helemaal op een presenteerblaadje.

In mijn vorige column pleitte ik voor onvoorwaardelijke opvang. En ondanks de nu gemaakte kanttekeningen sta ik daar nog steeds helemaal achter.

Maar toen staatsecretaris Fred Teeven in maart in het kielzog van Ivo Opstelten moest opstappen, had hij nog niet zo lang daarvoor geroepen dat het aantal vluchtelingen wel zou kunnen oplopen naar 65.000. Teeven werd toen ronduit uitgelachen, maar met de laatste COA schatting van 60.000 voor 2015 vermoed ik dat Fred zich in zijn vuistje helemaal rot lacht. De vraag is of hij het is die ‘het laatst lacht’ want erg afvlakken doet de trend niet. Ja, er komt echt een erg groot probleem op ons af.

En dan gaat het niet primair om de aantallen, maar ook om de diversiteit van de vluchtelingen.

In mijn woonplaats Waarder gaan we in de loop van 2016 waarschijnlijk naar een aantal van zo’n 110 statushouders. Die komen voor semipermanente huisvesting in aanmerking. Dat is 10% van de totale bevolking. In de kern Woerden zouden we het in die verhouding dan over een zo’n 3.000 mensen hebben. De vraag in Waarder – een overwegend christelijke gemeenschap – is dan ook om bij een eventuele selectie vooral, of liever uitsluitend, christelijke ‘stellen’ op te vangen. Alleenstaande Islamieten graag naar Bodegraven, Gouda of Woerden want in die plaatsen
is tenminste een moskee.

En dáár hebben we een punt te pakken dat voor een belangrijk deel ten grondslag ligt aan de hele vluchtelingenproblematiek. Want, kort door de bocht, ligt de kern van alle problemen in het verschil in godsdienst en de oorlogen die daarom gevoerd worden. En precies daarom roert Amstelveen zich nu op dit punt. Want veel meer dan in Purmerend, Woerden of Oranje wonen er in de buurt waar het COA en de gemeente Amstelveen een tijdelijke opvang voor vluchtelingen op het oog hebben, joodse mensen. Het Centraal Joods Overleg vindt de locatie ‘ongelukkig’ gekozen.

Het schijnt daar inderdaad een duidelijk zichtbare en herkenbare joodse gemeenschap te zijn met joodse scholen, synagogen, koosjere restaurants en een boel keppeltjes. Het enige dat vluchtelingen bindt, is hun haat tegen Israël, aldus een lokale inspreker.

Als je dat allemaal aanhoort, lijkt het er op dat we de oplossing voor het vluchtelingenprobleem die alle betrokkenen voor ogen staat niet kunnen bieden. Sterker nog, het heeft er alle schijn van dat we problemen importeren waar we in eerste instantie geen idee van hadden. Dat blijft vooralsnog een vraag, maar zeker iets om alert op te zijn.

Dames en heren politici en beleidsmakers, de gewenste Aupings, inloopdouches, kinder-speelparadijzen en 3-sterren maaltijden zijn in relatie tot die
grote cruciale vraag maar details. Hoe dan ook, bij mij begint het aanvankelijke ”ik heb grote blij” gevoel langzaam maar zeker om te slaan naar een “no good” stemming.

Nico Ramaer