Kweekvlees

Ineens was kweekvlees afgelopen week onder de aandacht. En dan vooral de zeer waarschijnlijke ‘uitstoot’. In een weekendartikel in de Volkskrant kwam naar voren dat aan de diervriendelijkheid van kweekvlees niet wordt getwijfeld. Maar aan de geclaimde milieuvriendelijkheid des te meer. Volgens recent onderzoek is de CO₂-uitstoot veel groter dan die van echt rundvlees. Gesproken wordt van factor 10, maar het zou zelfs factor 20 kunnen zijn. De benodigde groeifactoren die in het lab continue bij het kweekvleesproces nodig zijn om bacteriegroei te voorkómen kosten veel energie. Op den duur, als meer groene energie beschikbaar is, wordt dit rechtgetrokken is de verwachting. Dat is bij de productie van elektrische auto’s en accu’s ongeveer ook zo. In de loop van ± 5 jaar zal die benodigde vergroening van elektriciteitsproductie er zijn en vormt elektrisch rijden wél een nuttige bijdrage aan de milieuproblematiek; in tegenstelling tot de situatie zoals die op dit moment nog is. Daardoor is ‘n nieuwe fossiele auto inclusief productie nu écht CO₂-vriendelijker dan een elektrische. Het elektrische merk Polestar is daar als een van de weinige producenten eerlijk in en houdt ook een CO₂-terugverdientijd aan van ongeveer vijf jaar. De komende jaren hebben we fossiele brandstof nog echt nodig. De milieuactivisten die in hetzelfde weekend de A12 bij Den Haag blokkeerden waren hiervan vast niet op de hoogte. Zij weten vast ook niet veel over kweekvlees. Hoeft ook niet want in Europa mág kweekvlees niet worden verkocht omdat de wetgeving over voedselveiligheid hier nog op papier moet. In Singapore wordt al sinds 2020 kweekkip gegeten; het gaat er vast wel van komen. Vooralsnog is de klimaatafdruk van kweekvlees niet positief. Anders gezegd CO₂-grensoverschrijdend.

Over kweekvlees en grensoverschrijdend gesproken. In 1795 werd de 1ste ‘Rijkskweekschool voor onderwijzers’ opgericht. Heel lang noemden we het de ‘Kweekschool’. Sinds de invoering in 1968 van de Mammoetwet, heet dit instituut voor onderwijzend personeel in het basisonderwijs de ‘Pabo’, de afkorting voor Pedagogische academie voor het basisonderwijs. Vanaf begin 21ste eeuw wordt het onderwijsniveau van de Pabo en het kennisniveau van de ‘kweekschoolleerlingen’ bekritiseerd. Uit onderzoek bleek dat ruim de helft van de aanstaande leerkrachten slechter rekende dan de beste leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs. Ook taalvaardigheid hield niet over. Kortom, het Pabo ‘kweekvlees’ was niet van de vereiste kwaliteit. Veel erger nog, de situatie leek en lijkt door allerlei omstandigheden niet bepaald te verbeteren. En toen kwam er ene Wiersma op de proppen. Een ambitieuze man die zelf begon op de mavo en zich via zijn ferme inzet via havo, lerarenopleiding op de hogeschool en de universiteit in Groningen wist op te werken tot de huidige Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs. Om het onderwijs naar een aanvaardbaar niveau te tillen ‘sloeg’ hij met de vuist op tafel. Hé dacht ik, eindelijk weer eens ‘n stevig bewindspersoon. Iemand die het niet via AI wil aanpakken maar gewoon met mensen van vlees en bloed. Echter, de met zijn ambities gepaard gaande ‘uitstoot’ was velen te machtig. Dat heet tegenwoordig ‘grensoverschrijdend’.

Ik herinner mij nog goed dat ik vijftig jaar (!) geleden de interne opleiding tot artsenbezoeker (toen heette dat daar medisch farmaceutisch informateur) bij Novartis uit Basel volgde. De 1ste ‘test’ begon tijdens de sollicitatie. Je werd in ‘n kamertje gezet met de mededeling dat je zou worden opgehaald. Ik wachtte minstens 2 uur zonder iemand te zien of te spreken. Wie op eigen initiatief naar buiten kwam om polshoogte te nemen, viel meteen af: ongeduldig! Tijdens de opleiding kwam ik eens iets te laat. Bij het uitstappen uit de trein was ik met mijn donkerblauwe blazer ergens aan blijven haken. Om de scheur nog een beetje te fatsoeneren was ik wat tijd verloren.

In de opleidingsruimte zaten nog zes andere kandidaten, plus twee opleiders, plus de baas van het stel. Ten overstaan van het hele groepje werd ik door de baas uitgefoeterd: “Op tijd komen heeft altijd prioriteit, al kom je in je gescheurde onderbroek binnen”. Het groepje bestond uit paramedici, fysiotherapeuten en ‘gestrande’ medisch studenten. Wie ‘publiekelijk afzeiken’ niet aankon mocht vertrekken. Uiteindelijk ging het om maar drie vacatures; er vielen simpelweg vier kandidaten af. Iets dat je pas aan ‘t eind van die drie maanden te horen kreeg. Alleen dát al voelde grensoverschrijdend! Maar zó kweek je wel optimaal ‘artsenbezoekersvlees’. Ik slaagde wel, dan vergeef en vergeet je veel.

Nico Ramaer