Handhaven
Natuurlijk, we kennen allemaal “je maintiendrai”, de wapenspreuk van Nederland sinds 1815. In gewoon Nederlands “Ik zal handhaven”. Nou was er de laatste weken wel wat te doen rond handhaving. Wat te zeggen van het vuurwerkverbod, althans het tijdsvenster waarbinnen het afsteken was toegestaan. Dat wordt al jaren aan de laars gelapt en dus is er niets nieuws aan de hand. Er wordt – wat uitzonderingen daargelaten – ook niet erg fanatiek gehandhaafd. En in Woerden? Daar worden wel wat parkeerders dwarsgezeten door enkele “vlees-nog-vis-agenten”, beter bekend als BOA. Daar zijn er 24.000 van in Nederland. In Amsterdam zou ongeveer 40% van deze dames en heren fysiek worden lastig gevallen. Maar echt handhaven, zoals een groep mariniers in 1970 de Dam in Amsterdam schoon veegden, wat je er ook van vindt, is er niet bij. Ja, op Rotterdam Centraal moet je geen pink verkeerd bewegen, want dan heb je gelijk drie man om je heen. De spreekwoordelijke uitzondering die de regel bevestigt.
SP Tweede Kamerlid Ronald van Raak werd onlangs op radio NPO1 geïnterviewd over Handhaven. Kort daarop werd op dezelfde zender CDA Tweede Kamerlid Chris van Dam over hetzelfde onderwerp naar zijn visie gevraagd. De brandstapelgebeurtenissen in Scheveningen en het steeds vaker en steeds heftiger lastigvallen van hulpverleners waren aanleiding voor deze gesprekken. Van Dam is ME’er geweest én officier van Justitie. Hij is een man van ‘law en order’. Toch stelt hij, net als in grote lijnen Van Raak, dat je de wetgeving in Nederland moet afstemmen op de uitvoerbaarheid. Kortom, of de wetten te handhaven zijn. Een zeer pragmatische insteek die naar mijn idee totaal geen recht doet aan het gevoel, de behoefte én de overtuiging die er onder velen van ons leeft. Wanneer je de hufterigheid in de samenleving negeert en een nijpend tekort aan handhavingspersoneel voor lief neemt met als gevolg ‘wat minder streng handhaven’, dan gaan we de verkeerde kant op. We willen geen Filippijnse Duterte-achtige toestanden, maar stevige sancties zou wel eens kunnen helpen.
Een heel andere vorm van handhaven werd zondag 6 januari 2019 duidelijk. Toen werd ons de vertaling van de twee jaar eerder opgestelde Nashville-verklaring gepresenteerd. Hoe je het ook wendt of keert, het is een spijkerhard pamflet tegen alle lhbt’ers en het homohuwelijk binnen de streng-christelijke gemeenten. Er is in korte tijd al van alles over gezegd en van gevonden. Theoloog des Vaderlands, Stefan Paas, beoordeelt de Nashville-verklaring als ‘ongevoelig en bijna niet theologisch te noemen’. Dat maakt het onduidelijk waarop de auteurs zich baseren. Duidelijk is volgens Paas dat de Bijbel niet eenduidig is over seksualiteit. Enerzijds zou je dan verwachten dat er voor de strenger gelovigen toch een nuance mogelijk is, zeker in 2019, maar daar laat de Nashville-verklaring geen ruimte voor. Dus wie niet vóór ons is, staat buiten de groep. Uiterst pijnlijk voor een grote groep conservatieve gelovigen die ten aanzien van seksuele geaardheid wat flexibeler door het leven gaan, maar nu dreigt dat we hen het verkeerde etiket opplakken.
Anderzijds geeft Paas in nrc.next aan dat het Nashville document mogelijk door veel meer mensen wordt gesteund, dan nu uit de eerste tegenreacties naar voren komt. Ik sta op het standpunt dat mensen de vrijheid moeten hebben om hun overtuiging te uiten; ook al is de onderbouwing niet ‘sluitend’. Maar soms is overtuiging niet te verklaren en is het slechts een gevoel.
Kees van der Staaij kon mij maandagavond bij Jinek niet overtuigen. Ik had de indruk dat hij uiteindelijk toch om de hete brij heendraaide. Een soort aanzet van zijn kant om er toch nog over te kunnen praten kwam op mij gekunsteld en plichtmatig over. Meer respect had ik kunnen opbrengen voor duidelijker stellingname van zijn kant. Bijvoorbeeld: “Dit is wat het is, en daarmee basta”.
Een soort “je maintiendrai” want u denkt toch niet dat Kees na een goed gesprek ‘om’ is.
Nico Ramaer