Goodmorning everyone

Ik laat mijn column vaak van te voren even kritisch beoordelen door een kenner of soms twee. Deze keer werd mij verteld dat het abstractieniveau deze keer wat aan de hoge kant zit. Dus is het aan te raden om deze column ook nog even op uw gemak na te lezen op de RPL-site. Daar komt u vast nog wel wat andere interessante berichten tegen.

Vorig jaar werd er nog lacherig gedaan over het besluit van de NS om het “geachte dames en heren” te vervangen voor het neutrale “beste reizigers”. Volgens het woordenboek is een reiziger mannelijk en theoretisch minder neutraal dan de Londense metrobegroeting “goodmorning everyone”. Maar goed, die aanpak is te waarderen en inmiddels zijn we weer wat verder. Althans, de aandacht voor correct omgaan met diversiteit, inclusief lhbti-etc, neemt toe. Je zou denken dat genderdiversiteit iets van de laatste maanden is. Maar het is er al heel lang en er werd altijd heel moeilijk over gedaan. Helaas is dat in sommige gemeenschappen nog steeds zo, maar we gaan de goede kant op.

Maar we moeten niet gaan overdrijven. Youp besteedde daar in zijn column van 14 augustus subtiel aandacht aan die er overigens niet om loog. Je zou langzamerhand gaan denken dat hetero-zijn een afwijking is. Hoe dan ook, het komt op mij prettig over dat er binnen de lhbti-gemeenschap ook mensen zijn die er helemaal niet moeilijk over doen hoe ze worden aangesproken. Frederique Spigt geeft in een interview in het VK magazine aan dat ze moeite heeft met al die hokjes. Door haar androgyne uitstraling was het geen geheim dat ze relaties met vrouwen had, maar zegt ze “ik focus me op muziek – niet op mijn geslacht of geaardheid; lesbisch, hetero, bi, ik wil die labels niet. Ik voel me gewoon ik, een mens.”

Uit dit interview komt ook naar voren dat mensen vandaag-de-dag hun geaardheid heel precies willen benoemen.

Babs Gons, o.a. Vrije Schrijver van de Vrije Universiteit in Amsterdam geeft desgevraagd aan het persoonlijk voornaamwoord ‘hen’ voor non-binaire personen te gebruiken. Pas las ik dat iemand die veel moeite had gedaan om van man naar vrouw te gaan het erg jammer zou vinden als ze niet met ‘mevrouw’ zou worden aangesproken: “Heb ik al die moeite voor niks gedaan”. Zoiets hoorde ik onlangs ook over toiletten: “Blij dat ik nu van het damestoilet gebruik kan maken en de ‘V’ in mijn paspoort”.

In mijn vorige column stipte in de OS aan vanwege de man/vrouw-duo’s die de vlaggen droegen bij de openingsceremonie. Als de focus op gender ook de komende tijd zo nadrukkelijk wordt nagestreefd als nu gebeurt, denk ik dat er tijdens de Spelen van 2028 al sprake zal zijn van meer categorieën dan alleen ‘man’ of ‘vrouw’. Soms gaan aanpassingen al veel sneller.

Deze week maakte de organisatie van het Nederlands Film Festival bekend dat de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Kalveren genderneutraal zal gebeuren: “Het oude onderscheid tussen man en vrouw is niet meer nodig. We willen prestaties uitsluitend beoordelen op vakmanschap.”

Naar mijn mening is de term ‘vakmanschap’ in dit kader wat moeilijk.

Zo zullen we de komende tijd wel meer dingen tegenkomen die een beetje wringen.

Hoe zit het eigenlijk met fouilleren? Nu zijn het mannen die mannen fouilleren en vrouwen de vrouwen, veronderstel ik. Maar gaat dat dan ‘door elkaar lopen’? Genderneutrale toiletten, ook zoiets. Al enige jaren geleden werd mij door een betrokkene uitgelegd dat genderneutraal helemaal niet bestaat. Je zou beter van genderbevestigende toiletten kunnen spreken.

Dan nog dit.

Wat ik moeilijk kan plaatsen is dat lesbische mensen – je zag het regelmatig bij interviews (bijvoorbeeld terugkerende sporters van de OS) – aangeven dat ze nu naar hun vrouw gaan. Voor homofiele personen geldt hetzelfde: “ik zie straks naar mijn man”. Bezien vanuit het oeroude standpunt van de heterofiele man-vrouw- of vrouw-man-relatie komt dit onlogisch over.

Vanuit de ouderwetse veronderstelling dat er in een relatie een soort tegenstelling behoort te zijn (of dat nu geaardheid, kostwinnerschap, huishoudelijke werkzaamheden of een combinatie daarvan is), komt het benoemen van ‘mijn vrouw-vrouw’ of ‘mijn man-man’ op mij wat geforceerd over. Kwestie van wennen misschien? Of is ‘t juist belangrijk om het ‘gelijke gewicht in ‘n relatie’ zo neutraal mogelijk te duiden?

Kortom, ‘mijn partner’!

Nico Ramaer