De overheid en een beetje van jezelf

De wat oudere 65-plussers onder ons zullen ‘een beetje’ associëren met zangeres Teddy Scholten die met dat liedje in 1959 het Eurovisie songfestival won. Oké, maar de hartenkreet van André Hazes liet geen ruimte voor een halfslachtige interpretatie. Dat was dus echt alles of niets! Ook een beetje zwanger bestaat niet. Dus toch maar weg met dat ‘beetje’?

De politieke duider Tom-Jan Meeus van NRC Handelsblad bezoekt regelmatig het Schilderskwartier in Woerden om te peilen hoe de sociale, maatschappelijke en politiek vlaggen erbij hangen. Om wat nuance te proeven voor zijn krant, om berichten te filteren. Maar, zo legt hij uit, zijn krant heeft een oplage van 250.000 exemplaren per dag. Mark Rutte en Geert Wilders hebben elk ruim 700.000 volgers op hun Twitter-accounts. Deze manier van kort-door-de-bocht communiceren laat erg weinig ruimte voor nuance en filtering, én is bovendien heel populair. En dat komt, stelt Meeus, omdat de machtsbalans in communicatie tussen politiek en media in het voordeel van de politiek is doorgeslagen. Daardoor kunnen overheden en politici het filter van de media steeds makkelijker negeren. Nog niet eens zo heel lang geleden gold “The message is the medium” maar die tijd is geweest. Kortom, politici zijn inmiddels zelf het belangrijkste medium geworden en de traditionele media zoals kranten verliezen invloed.
Daardoor bepalen de radicale, welles-nietes berichten steeds meer de sfeer. Zelfs nepnieuws heeft invloed. “Wie niet voor mij is, is tegen mij!” Dit Bijbelse simplisme maakt wellicht meer kapot dan ons lief is: “The winner takes it all.” Al eens eerder heb ik betoogd dat democratie niet is: het recht van de meerderheid, maar luisteren naar elkaars standpunten. Kijken wat redelijk én goed is voor een belangrijk deel van de samenleving. Goed beschouwd was de uitslag tussen Hillary en Donald fifty-fifty, maar of de Democraten worden gehoord is nog maar de vraag.

De winkelopenstelling in Woerden is daar een prachtig voorbeeld van. Dé coalitie, dus dé bestuurlijke meerderheid negeerde tot voor kort wat al veel langer leefde onder een deel van de bevolking en de ondernemers. Zonder nuance en gevoel voor redelijkheid, de boel blokkeren. Cor van Tuyl, toch een fervente aanhanger van zondagsrust vanuit geloofsstandpunt, trad recent naar buiten om zijn visie te etaleren en daarmee zijn feitelijk gedwongen vertrek als wethouder van twee jaar geleden te duiden. De nuancering in zijn realistische benadering van wat toen speelde dwingt respect af. En desgevraagd blijkt dat veel mensen houden van zondagsrust ongeacht wat hun achtergrond of diepere motivatie daarbij ook is. Als we het maar zelf mogen invullen.
Zelf ben ik geneigd om kerkgang en zondagsrust aan elkaar te knopen. Maar dat is wellicht niet waar. Ik herinner me nog dat kort na de opening, de in principe op zondag gesloten parkeergarage aan de Meulmansweg, speciaal werd opengesteld voor kerkgangers. Dat bracht best wel rumoer van autoverkeer teweeg waar men eerder in het centrum nog niet mee was geconfronteerd. Kortom, zondagsrust is relatief.

En zo beschouwd liggen zwart en wit, goed en slecht, open of gesloten veel dichter bij elkaar dan ons wordt voorgehouden. En wat te zeggen van de zorg. Een beetje meer handen aan het bed en een beetje minder managementlagen kan al een flinke stap vooruit betekenen. Méér of minder…..vult u maar in, wordt vaak als een absoluut verschil uitvergroot. En we zijn langzamerhand zo slaafs geworden dat we daar zonder bij stil te staan in dreigen mee te gaan. Gek dat we daar bij de kaasboer of de slager geen last van hebben. De bestelde 700 gram blijkt na het afsnijden uit te komen op 735 gram en we accepteren dat zonder morren, ook 680 gram.
Dus een beetje meer of minder? Dat láát u niet regelen, dat doet u gewoon zelf in 2017.

Nico Ramaer