Bezorgdheid over taalvaardigheden                                       

Politiek Café RPL-RuitenTroef organiseert deze maand februari twee debatten tussen de politieke partijen in verband met de gemeenteraadsverkiezingen. In de aanloop naar deze verkiezingen zijn de politieke partijen actief met het versturen van persberichten en het aankondigen en indienen van moties. In mijn beleving meer dan vier jaar geleden. Mogelijk heeft het ook te maken met het feit dat de verkiezingsprogramma’s deze keer nogal laat naar buiten komen.

De VVD wil haar programma vooralsnog pas twee weken vóór de verkiezingen van 21 maart openbaar maken. De vrees voor ‘’afkijken’’ door andere partijen, zoals in het verleden zou zijn gebeurd, ligt hieraan ten grondslag. Wel loopt de VVD in de pas met de persberichten en aangekondigde moties.

Deze week was het hun ‘’bezorgdheid over taalvaardigheden van statushouders”. Deze statushouders zijn in veel gevallen bijstandstrekkers en hen wil de VVD stevig aanpakken door handhaving via de wet Taaleis. Over handhaving wil ik het nu niet hebben, wel over het begrip taalvaardigheid.

Als voorbereiding op de genoemde lijsttrekkersdebatten op 17 en 24 februari in ‘t Bierhuys heeft de redactie van RPL-RuitenTroef alle verkiezingsprogramma’s doorgenomen, behalve dat van de VVD. Zelf heb ik er twee mogen doorspitten. En ik kan u verzekeren dat dit korvee was. De diepere bedoelingen moet je er a.h.w. zelf uit zien te halen. De waterstanden ‘s ochtends of de tuinbouwberichten tussen-de-middag, vroeger op de radio, waren aanzienlijk boeiender. Taalvaardigheid is niet hetzelfde als “duidelijke taal”, dat blijkt wel.

Zo’n tien jaar geleden was er in Woerden een Palestijns-Bulgaarse arts die vanuit Libië werd vrijgelaten. Zijn gebrekkig Nederlands sprekende moeder was daar heel gelukkig mee en uitte dat met: “Ik heb grote blij”. Niet taalvaardig, wél duidelijk.

Nog zo’n prachtig voorbeeld. PvdA’er Jan Schaefer is voor altijd verbonden met woningbouw. In het kader van ‘geen woorden maar daden’ over woningen zei Jan in de Tweede Kamer: ´In gelul kan je niet wonen´. Destijds meer dan nu onwelvoeglijk taalgebruik, maar wel duidelijk.

Nee, vandaag de dag zijn we heel verantwoord bezig met ons taalgebruik. Eén voorbeeld uit ‘n verkiezingsprogramma over bodemdaling:  

  • Wij willen actief een forum creëren waarin de verschillende onderzoeksdisciplines aan elkaar worden gekoppeld om zo tot een innovatieve oplossing voor dit probleem te komen.

Daarin leest ik niet de door de kiezer verlangde daadkrachtige en duidelijke aanpak van problemen. Er zit geen belofte in waar hij of zij warm voor loopt, of desnoods afwijst. Kortom, er ontbreekt een duidelijke stelling!

De partijen hebben nog enkele weken om hun wollige en soms onbegrijpelijke omschrijvingen, waar kennelijk beloftes in schuilen, te verduidelijken. De periode van actief folderen en uitleg geven aan de kiezer komt er aan. Dus dames en heren van de politiek, denk aan het kiss-principe: HOUD HET SIMPEL.

Pas dan is mijn bezorgdheid weggenomen!

Nico Ramaer