Afschaffen of aanpassen?

Op een bepaald moment in je leven kom je er achter dat sprookjes fantasie zijn, niet écht bestaan. Meestal al op jonge leeftijd. Maar ook als je ouder bent stuit je op waarheden die je nog niet eerder ontdekte.

De laatste tijd, en dat mag u ruim nemen, worden we geconfronteerd met allerlei nieuwe ‘ontdekkingen’. De autochtone Nederlander is racistisch en tentoongestelde objecten in onze musea is roofkunst. Corona reduceert allerlei ‘onmisbare evenementen’ tot ’meer van hetzelfde’. Het onpeilbaar diepe medeleven van de koninklijke familie met minderbedeelden in onze maatschappij en hun onvoorstelbaar brede interesse in van alles en nog wat, lijkt commedia dell’arte ofwel geïmproviseerd theater. Maar het is van a tot z geregisseerd waarbij elke blik, opgetrokken wenkbrauw of devote zit geoefend overkomt.

Overtuigingen, standpunten of zelfs tradities kunnen aan verandering onderhevig zijn. Ze moeten worden bijgesteld, kantelen eventueel of blijken zelfs totaal ongeloofwaardig. Wat blijft er dan nog over van het oorspronkelijke verhaal? Te weinig? Afschaffen dan maar! Of is ‘t de moeite waard om ‘n genuanceerd tegengeluid te laten horen?

Dat hangt sterk af van het onderwerp. Kortom, in hoeverre zijn we bereid compromissen aan te gaan? Bijvoorbeeld Sinterklaas zonder zwarte Piet. De component ‘zwart’ roept kennelijk pijn op maar ik zou zeggen ‘alles of niets’. Ondraaglijke pijn? Afschaffen die Sinterklaastraditie dan maar.

Wat te denken van het driedaagse Rotterdamse Zomercarnaval eind juli. Begonnen als een kleinschalig Antilliaans feestje dat is uitgegroeid tot een enorm evenement met wel een miljoen bezoekers waarin tientallen culturen vertegenwoordigd zijn. Kleurrijk hoogtepunt is de Straatparade die inmiddels lijkt op het grote feest der feesten in Rio in februari, met schaars geklede dames in diepuitgesneden pakjes met haarscherpe bikinilijnen. Maar in februari werkt ons klimaat niet mee, vandaar juli.

Stel dat er gezegd zou worden ‘de dames mogen zich niet meer zo uitdagend vertonen’, gewoon de kleertjes aanhouden. Of verplaatsen naar februari, dan trekken ze vanzelf warme joggingpakken aan. Zou de organisatie daartoe bereid zijn? Of zouden ze dan zeggen ‘nou, laat dan maar zitten’?

Zijn onze musea culturele gevangenissen? Of is er sprake van zorgvuldig bewaren, onderhouden en brede toegankelijkheid van kunst en cultuur garanderen?

Ik las laatst dat er de afgelopen jaren heel wat kunst naar de oorspronkelijke omgeving, in dit geval Indonesië is teruggegaan. Van de 170 kunstwerken verkeerden er inmiddels vele in slechte staat en 40 stukken waren volledig ter ziele. Verder commentaar overbodig.  

Vuurwerk is ook zoiets. Knalvuurwerk en vuurpijlen zijn verboden. Ik ben geen fan van al dit geknal en gesis maar voor heel veel mensen is de lol er dan vanaf. Gaat zelf afsteken verdwijnen? Het ziet er naar uit dat professioneel afgestoken vuurwerk over een paar jaar het enige is dat ons rest. Is dat een acceptabel compromis? Of maar helemaal mee kappen en ook carbid schieten – best een grappige en originele traditie – strafbaar maken? De tijd zal het leren.

De Koeiemart in Woerden had dit jaar heel erg onder corona te lijden. Dat is jammer, maar van de Woerdse mart zoals ‘ie ooit voor het eerst in 1410 werd gehouden, is niet veel meer over. In de 16e en 17e eeuw werd kermisvertier toegevoegd en dat leidde door de jaren heen steeds meer af van waar het oorspronkelijk mee begon: een runderen markt.

Mooi dat de mart sinds 2017 als cultureel erfgoed wordt aangemerkt maar bij de uitbreidingen, o.a. een braderie-achtige warenmarkt, kun je – sorry ondernemers – vraagtekens zetten. Afschaffen dan maar? Nee, zeker niet maar een beetje terugbuigen naar de opzet van destijds zou het evenement geen kwaad doen. De fotopanelen met koeien die vorige week door de hele stad heen werden aangebracht vind ik zeker recht doen aan waar het uiteindelijk om te doen is.

We moeten van het gas af – ook op de grote weg, met hetzelfde milieudoel voor ogen, maar dat bedoel ik niet. De realiteit van nu haalt de ambities op ‘t punt duurzaamheid in. Ik ben er niet ongelukkig mee. Ik ben best milieubewust, hoop dat de aarde het heel lang uithoudt en gedraag mij er ook naar. Maar er wordt ons wat onzin voorgeschoteld. Stadsverwarmings-projecten leiden tot onenigheid, woningisolatie en verduurzaming in ‘van-het-gas-af-wijken’, door beperkte mogelijkheden ‘all electric’ uitgevoerd, kosten veel meer dan aanvankelijk begroot. Tegen zonneparken en windmolens is toenemende weerstand. Nog niet zo lang geleden was biomassa hét duurzame alternatief voor kolengestookte centrales, maar dat is al teruggedraaid. De aanvoer van ‘vuiler’ Russisch aardgas lost alles immers op?!

Zelf ben ik voorstander van ‘t volledig leegtrekken van de Nederlandse gasbel, met als belangrijkste voorwaarde de garantie dat de getroffen Groningers met huizenschade riant worden tegemoet gekomen.

In Duitsland zijn bij bruinkoolafgravingen tussen Aken en Keulen ruimhartige vergoedingen gehanteerd. Vanuit relatief modale woningen zijn de oud-bewoners in de behoorlijk luxe villawijk Neu-Manheim terecht gekomen.

O ja, en auto’s moeten voortaan elektrische aandrijving hebben, lekker CO₂ neutraal. Hij of zij die het voor de subsidie doet – misschien niet zo ethisch – is tenminste nog eerlijk.

Onlangs berekende BMW, dat zelf elektrische auto’s aanbiedt, dat iemand die wat meer km’s rijdt zowel financieel als qua uitstoot ‘t beste met zichzelf én de wereld voor heeft door ‘n moderne diesel te rijden. Want hun elektrische auto’s komen inclusief productie van accu’s et cetera ‘onder de streep’ aan een uitstoot van ongeveer 70 g/km. Dat is best mooi en véél minder dan ‘n kleine middenklasser die tussen 100 á 120 g/km uitstoot, maar geen 0 g/km zoals wordt beweerd.

Recent meldde Volvo heel eerlijk dat hun elektrische auto – type Polestar – pas na 50.000 km het omslagpunt bereikt waarop de CO₂ uitstoot minder is dan bij een auto op fossiele brandstof. Dat betekent éérst 3 jaar milieubelastend rijden waarna het pas milieuvriendelijke zoden aan de dijk zet! Grote vraag is: wat nu te doen? Elektrisch rijden afschaffen? Nou, dat gaat wat ver, maar zonder subsidie zou het wel eerlijker worden.

Op alle hiervoor besproken situaties kan het gezegde ‘volgende keer beter’ worden loslaten. Dat is zo’n typisch nuchter Hollandse reactie op zaken waar we gemakshalve maar een laconieke draai aan geven. Misschien wordt het met wat geven en nemen ‘volgende keer anders’.

Nico Ramaer