Deze frase kwam uit een gedicht van Jacob Cats, dichter en ook staatsman uit de 16e en de 17e eeuw; het Haagse Catshuis is naar hem vernoemd, de nuchtere Zeeuw ook bekend als ‘Vader Cats’.

Kinderen en kleinkinderen kunnen vertederen. Maar het moet mij wel van het hart dat ik vaak word geconfronteerd met ‘voorbeelden’ die diepe irritatie oproepen. Hoewel je tijdens het boodschappen doen soms denkt, “corrigeer dat kind even, mevrouw of meneer” valt het doorgaans best mee. De tijden zijn veranderd. Kinderen worden tegenwoordig verafgood. De weekendactiviteiten worden erop afgestemd, vakantiebestemmingen worden ondergeschikt gemaakt aan ‘wat leuk is voor de kinderen’. 

In mijn tijd, zo’n 65 jaar geleden, moesten kinderen zich plooien naar de voorkeuren van de ouders. Je hoort en merkt dat ónze kinderen zich prima voelden bij bergwandelen en dat soort activiteiten. Niks cup cakes maken, paintball of pottenbakken en geen patat in de auto; dat gaf vette vingers en het strand betekende zand in de auto, dus liever niet! Even terug naar die dagelijkse irritatie. Dat komt omdat de tv-commercials deze wezentjes als ware prinsjes en prinsesjes, de hoofdrollen geven. Ik geef wat voorbeelden van ‘als humorvol bedoelde’ reclames waarin kinderen de hoofdrol vertolken en die mij dermate irriteren dan wel ergeren, dat ze een eventuele keuze voor het gepromote bedrijf volledig ondermijnen.

Als eerste noem ik energieleverancier Essent; het betreft ‘n klein eigenwijs meisje – ook in werkoutfit – dat met papa meegaat om bij de klant ‘even uit te leggen’ wat het belang is van ‘het huis isoleren’. Ze kijkt daarbij wijsneuzerig met een scoop in de spouw en lijkt alles onder controle te hebben.

Als tweede noem ik reisorganisatie Prijsvrij waarbij vader zich met – tandenwisselend – dochtertje op een strand bevindt. In allerlei varianten ontpopt het meisje zich als een geraffineerd, manipulerend wezen dat in alles haar zin krijgt en papa elke vorm van rust ontneemt; ze wil varen, ze wil een ijsje, ze wil limonade. Het is kennelijk aanstekelijk ‘leuk’ bedoeld om papa’s bezwaren te neutraliseren met haar opmerking ‘maar ik ben er toch bij’. Ja, dat is natuurlijk oliedom van papa!

Als derde, en in ergernis de top wat mij betreft, is Karwei. Het betreft ‘t tamelijk langharige jongetje Cas dat met moeder Wieke bij de bouwmarkt inkopen komt doen. Ik veronderstel dat er een ‘hij’ bedoeld wordt, hoewel, vandaag-de-dag ben je nergens zeker van. Cas óógt en ís eigenwijs, brutaal, spreekt en-passant vreemden in de bouwmarkt aan en beslist voor zijn moeder met ‘n meetlint hoe de gordijnen thuis zullen hangen en zorgt er ook voor dat de tuinverlichting een groot succes wordt. Een ADHD’ertje van het zuiverste water dat het bloed onder je nagels vandaan haalt.

Gelukkig kan ik een hedendaagse tegenhanger noemen. In de Kruidvat-commercials zijn de zusjes hun moeder behulpzaam met bezuinigen. Op de tv-scenes na, geen rare dingen waarbij de meisjes redelijk normaal naar voren komen en het juist mama is die soms wat onhandig uit de hoek komt; maar wel zodanig dat je je kunt vereenzelvigen met de situatie.

Van tientallen jaren geleden dateert de commercial van McDonald’s waarin een klein ventje enigszins ongeloofwaardig maar wel schattig een uitgebreide bestelling doet voor zijn ouders en voor hemzelf. Door de gevleugelde tekstuitsmijter was ergernis ver te zoeken: ‘Ze zei menéér tegen mij’. Ook uit die periode was er de reclame van King Corn, waarin een klein jongetje met ‘n koffer de deur uit wil gaan en door zijn vader wordt gevraagd waar hij naartoe denkt te gaan. ‘Ik ga bij Japie wonen’ waarna de aap uit de mouw komt ‘want bij Japie hebben ze King Corn’. Papa speelt het spel mee en kennelijk gaan ze samen naar Japie. Naar m’n idee nog altijd ‘t meest ontwapenend is de commercial uit 1983 van Calvé Pindakaas. Petje Pitamientjes moeder zegt dat ‘t zo gezond is, maar ‘Petje vindt ‘t gewoon lekker’. Latere afgeleiden focussen op ‘n combinatie van humor en bekende Nederlanders die met sport vandoen hebben. Op ‘t balkon van Dick Advocaat is door ‘n jongetje ‘n bal geschoten, minstens 6 verdiepingen hoog. Onmogelijk realiseert Dick zich, maar ja, met deze pindakaas? Sowieso leuk om al die oude reclames terug te zien.

Blijf ik zitten met de vraag “zou die Jacob Cats het toch goed hebben gezien?”

Nico Ramaer